maandag 3 maart 2014

Verlies van natriumbicarbonaat leidt tot chronische verzuring

 

1. Het lichaam bindt de overtollige zure afvalstoffen met basische mineralen
Basische mineralen worden door het lichaam geroofd uit de botten, tanden, nagels, huid, haarbodem e.d. om te binden met overtollige zuren. Door deze binding ontstaan “zure zouten” die op diverse plekken in het lichaam kunnen worden opgeslagen. Verzuring leidt hierdoor ook tot het structureel afnemen van belangrijke mineralenvoorraden. Problemen als botontkalking, haaruitval, huidklachten, tandbederf, kalknagels kunnen nu ontstaan.

2. Het lichaam zet de vloeibare zuren om in vaste vorm door kristallisatie

Hierbij wordt overtollig urinezuur door het lichaam omgezet in urinezuurkristallen. Urinezuurkristallen zetten zich dan af in o.a de gewrichten, waardoor klachten als bijvoorbeeld jicht kunnen ontstaan.
 
 
3.  Het lichaam houdt vocht vast om de concentratie van zuren te verlagen
Door vocht vast te houden op plekken van het lichaam waar vloeibare zuren zich manifesteren, wordt de concentratie van deze zuren lager. Een lagere concentratie betekent dat de zuurgraad op die plekken wordt verlaagd zodat er weer evenwicht ontstaat. Bij oudere mensen zie je dikwijls dat veel vocht wordt vastgehouden in de onderbenen en voeten. Dit is het logische gevolg van het steeds verder verzuren van de onderbenen en voeten.
Het steeds verder ophopen van restzuren door een gebrek aan natriumbicarbonaat noemen we chronische verzuring van het lichaam.